Gisteren heb ik me er wel erg makkelijk vanaf gemaakt met mijn post. Tegen de tijd dat ik hem schreef begon de ene Bintang (mocht je nog niet doorhebben, lokaal bier) al in te slaan en we (Alex, Sam &ik) zaten gezellig in het restaurant aan het strand kennis te makne en bij te kletsen. Langzaam begon het te schemeren en maakten Sam en ik ons op voor de nachtduik bij het wrak. Deze keer wel weer een wetsuit aan en ik vraag de DM nog een keer om ook een tijdje de lampen uit te doen.
We sjokken over het strand terwijl een lokal onze tank en vest brengt. Mini vrouwtjes opleeftijd die soms tot wel 2 vesten en tanks op hun hoofd dragen. En dan met slippertjes over de keien lopen, ik vind het met duikschoenen al lastig en daar kan ik niet uit glijden. Ik vrees dat zij het minst verdienen aan de duikbusiness en er het hardste voor moeten werken. Maar altijd vriendelijk en met een glimlach. RESPECT!
Terwijl het nog een beetje licht is gaan we het water in, vinnen aan, buddy check en go. Onder water is het prachtig, hoe dieper je gaat hoe meer het water alle rode kleuren eruit filtert… Maar met een lamp kun je dit wel zien. Opeens duikt de kiel van het schip weer op. Prachtig om nu de koralen in hun echte kleur te zien. Helaas zijn we niet alleen, het lijkt soms wel op een film waarin iedereen met schijnwerpers naar de boef zoekt.  Ontzettend druk maar dat mag de pret niet drukken.
We onderzoeken het wrak en het lijkt nu meer op een spookhuis. Het verwrongen staal is overdag al indrukwekkend maar in de nacht krijgt het zijn duistere karakter terug. Ik vraag me af wat er nu precies gebeurd is met de ISS the liberty dat het hier, nog geen 20 meter voor de kust is gezonken.

Op een gegeven moment mogen de lampen uit, dat is waar ik het meeste naar uitkeek. Het plankton reageert op beweging door op te lichten, kortom, als je beweegt krijg je overal kleine lichtjes, het is alsof je tussen de sterren zwemt en ik kan er geen genoeg van krijgen. Het meest gave is als we kleine visjes voorbij zien zwemmen die ook oplichten. Stel je voor, alles is zwart om je heen en opeens vliegen er kleine vonkjes langs als laserstralen. Van mij mag dit eeuwig duren.
De lampen gaan weer aan en we zien dat het wrak niet meer onbewoond is.  ‘ S nachts komen er enorme ‘ bumphead parrot fish’ die net zo oot zijn als ik en nemen hun intrek voor de nacht.  Het is komisch, opeens zie je door de kleine ramen een vissenhoofd naar buiten steken, met hun enorme tanden ( ze knabbelen normaal aan koraal) lijken ze ons toe te lachen. Het is verbazingwekkend en meerdere keren schiet ik in de lach omdat het zo komisch is.
Helaas is Sam relatief snel door zijn lucht heen en wordt het tijd om weer naar de oppervlakte te gaan. Het laatste stuk zwemmen we weer met lichten uit en zo lang als mogelijk is blijf ik onder water. Magisch!

Na terugkeer douche ik kort en ga op zoek naar een eetmaatje. Alex blijkt al weg en dus gaan Sam en ik samen op pad. We vinden Alex die met zijn collega’s wat aan het eten is en de satan ajam gaat er vandaag ook soepel in.  Na het eten ben ik uitgeput, Sam, Alex en ik gaan terug. Sam direct naar bed omdat hij morgen om 6 uur weer gaat duiken.

Ik heb Alex beloofd hem te helpen met het desinfecteren van zijn wonden. Hij ziet er enorm tegenop en met een tandenborstel tussen zijn tanden geklemd begin ik aan het karwei. Ik heb medelijden maar blijkbaar speelt er een glimlach om mijn mond… Toch ietwat sadistisch aangelegd? Hij schreeuwt het nog net niet uit, arme vent.
We gaan nog even aan het stand zitten voor wat Wifi tijd en zodat zijn wonden kunnen drogen. Veel te laat ga ik naar bed, maar morgenochtend ben ik de enige die uit kan slapen. Alex gaat vroeg naar de dokter en daarna rijden we samen ( onderweg bij een waterval nog een cache ophalen) naar Singaraja.

Nu is het dan vrijdag, niet te geloven dat ik nog geen week onderweg ben… Mijn doel voor deze reis, surfen en duiken is in ieder geval behaald. Nu wil ik graag nog het hele eiland langsde kust rond. Het voelt alsof ik weer langere tijd op reis ben en de gedachte over een week terug te gaan staat me nu nog helemaal niet aan. Sam reist en werkt alleen, heeft geen vast huis en kan zijn werk overal ter wereld doen… Ergens beneid ik hem en aan de andere kant weet ik ook dat een vaste plek hebben ook erg fijn is om naar terug te kunnen gaan. Een combinatie met reizen/ werken en een alledaags leven ergens klinkt geweldig. Oscar, hoe gaan we dat regelen? 😉

Voor nu, ik geniet nog even lekker van het uitzicht en het rustige zitten (mijn geliefde derrière zal straks op de brommer wel weer genoeg te verduren krijgen), het geluid van de golven die stuk slaan tegen de kade en een pineapple juice. Geluk zit hem in de kleine dingen 🙂